Jan van Brakel (1618 – 1690): stoutmoedig, onverschrokken en schrander.
Jan van Brakel leefde in een tijd die voor de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd gekenmerkt door veel oorlogen. Na het einde van de Tachtigjarige oorlog (1648) waren er in de tweede helft van de 17e eeuw 5 oorlogen (twee Engelse oorlogen, de Noordse oorlog, de oorlog van het rampjaar 1672 en de negenjarige oorlog).
Jan van Brakel heeft in de zeeslagen van die oorlogen een belangrijke rol gespeeld. Hij kwam in 1640 in dienst van de Rotterdamse admiraliteit. Hij was een ware houwdegen die voor de duvel niet bang was en gevaarlijke taken op zich nam. In de tweede Engelse oorlog voerde hij het bevel over een zogenoemde brander. Dat waren oude, slechte schepen die in brand gestoken op vijandige schepen werden afgestuurd om die ook in brand en, vanwege het aanwezige kruit, in de lucht te laten vliegen. De bemanningen van de branders moesten dan vlak voor de confrontatie met het vijandelijke schip, zichzelf met een sloep in veiligheid brengen.
Op 4 augustus 1666, tijdens een zeeslag plaatse hij op het heetst van de strijd zijn schip tussen dat van admiraal de Ruijter en dat van diens Engelse tegenpool Monk in. Daarbij werd het schip van Van Brakel zodanig door kanonvuur geraakt dat het zonk. Van Brakel roeide met zijn manschappen in een sloep naar een Engelse brander die op weg was naar een van de Staatse schepen. Tegen zo veel stoutmoedigheid was de bemanning van de Engelse brander niet opgewassen en vluchtte prompt, de brander aan Van Brakel achterlatend. Later schreef men daarover dat hij “blijken gaf van dien onversaagden moed en kloek beleid, welke hem altoos in ruime mate zijn bijgebleven”.
Als beloning voor dit staaltje stoutmoedigheid kreeg hij het bevel over een echt schip, geen brander dus. Daarmee nam hij deel aan de tocht naar Chatham (1667). Dat verliep aanvankelijk niet helemaal naar wens, want tegen het uitdrukkelijke verbod in heeft Van Brakel zijn manschappen aan land laten gaan waar zij zich aan plundering schuldig hebben gemaakt. Hiervoor werd Van Brakel gearresteerd. Diezelfde dag nog maakte hij zijn misstap weer goed. De rivier de Medway (een zijarm van de Theems) was afgesloten door een ketting en die lag in de vuurlinie van verschillende schepen en een fort. Van Brakel bood aan om door de vuurlinie te varen en de vijand aan te vallen. Onder hevig vuur voer hij op en bracht, tot hij “op een musketschot de vijand was genaderd”, met een volle laag een vijandelijk schip tot zinken. Daarmee maakte hij de weg vrij om de ketting te doorbreken waardoor de Nederlandse schepen hun tocht konden voortzetten en verschillende oorlogsschepen buit maakten.
Van Brakel heeft nog vele zeeslagen gevoerd in deze en volgende oorlogen en in gevechten met piraten en zeerovers. Op 10 juli 1690 sneuvelde de inmiddels tot schout bij nacht bevorderde zeeheld in de slag bij Bevesier (Beachy Head) in de negenjarige oorlog tegen Frankrijk.
René Mors
Voor vader van ons geslacht vanbrakel