Jan Frederik Helmers (1767 – 1813): Verzetsman met de pen
Jan Frederik Helmers was de zoon van een zeer welgestelde Amsterdamse metselaar, steenkoper en makelaar. Jan was een snel en leergierig ventje en zijn ouders gaven hem een gedegen opleiding. Hij beheerste naast zijn moedertaal ook het Engels, Frans en Duits. Aan de klassieke talen is hij nooit toegekomen want hierin zag hij “onoverkomelijke zwarigheden”.Zijn ouders stelden hem ook in staat vele boeken te kopen, die hij met graagte verslond. Vondel, ‘zijn meester’, bewonderde hij; Voltaire werd door hem vereerd. Hij was lid van het Amsterdamsch letterkundig genootschap Concordia et Libertate. In 1787 trad hij ook toe tot het makelaarsgilde en runde, samen met zijn vader, het succesvolle familiebedrijf.
Zijn literaire werk was nogal bombastisch. Hij schreef over de vele onderwerpen die hem boeiden: de mensheid, de geschiedenis, de kunsten en wetenschap, de wijsheid, en dergelijke. En altijd in de conventionele, ‘brommende’ dichtertaal van die jaren. Dichtregels als:
“Des Dichters geest klieft lucht en wolken!
Wat raakt het hem, of de aard’ hem roemt;
Of hem het graauw verheft of doemt?
Stoort hij zich aan ’t gebas der volken?”
kwamen met het grootste gemak uit zijn pen.
Jan Frederik Helmers leefde in roerige tijden. Aan het eind van de 18e eeuw verhevigde de strijd tussen patriotten en prinsgezinden, stadhouder Willem V vluchtte naar Engeland en in 1795 werd na een revolutie de Bataafse republiek uitgeroepen. Daarnaast nam de Franse invloed steeds verder toe. In 1806 dwong de Franse keizer, Napoleon Bonaparte, ons land om zijn broer Lodewijk als koning te accepteren. In 1810 lijfde hij ons land zelfs in.
Hoewel hij een bewonderaar van het Franse verlichtingsdenken was, vond Helmers deze Franse machtspolitiek maar niks. Hij hoopte op de terugkeer van de tijd waarin de Republiek onder leiding van een krachtige stadhouder een machtige en welvarende wereldmacht was. De Bataafse revolutie vond hij het absolute dieptepunt van de geschiedenis.In 1812 verscheen zijn belangrijkste werk: De Hollandsche Natie, in zes gangen. Het was Helmers’ reactie op de sombere situatie die aan het begin van de 19e eeuw in ons land heerste en een protest tegen de Franse annexatie van ons land. Hij brengt uitvoerig ons glorieus en roemrijk verleden onder de aandacht. Hij had er ruim tien jaar aan gewerkt, maar toen hij het wilde uitgeven maakte de Franse censuur bezwaar en moest Helmers veel stukken aanpassen en 150 regels schrappen. Maar niet lang nadat het werk was uitgekomen vond men in Parijs dat het werk ten onrechte door de censuur was gekomen en werd een arrestatiebevel tegen Helmers uitgevaardigd. Toen de politie op keizerlijk bevel bij hem thuis kwam om hem te arresteren en naar Parijs te brengen, was Jan Frederik Helmers zojuist op 45 jarige leeftijd als gevolg van een ziekte overleden: negen maanden voor het vertrek van de Fransen en het herstel van onze onafhankelijkheid.
In de tweede helft van de 19e eeuw is de roem van Helmers verbleekt en werd hij verguisd vanwege zijn bombastische stijl.
Jan Frederik Helmers was getrouwd en had drie kinderen die alle drie nog tijdens zijn leven zijn gestorven.
Lees meer op WikiPedia