Piet Hein krijgt een opknapbeurt
TEKST RENÉ MORS
Piet Hein, naar wie een van de straten in onze wijk is vernoemd, was een belangrijke zeeheld. Dankzij zijn verovering van de Spaanse Zilvervloot was de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in staat om, na het Twaalfjarig Bestand, de oorlog tegen Spanje voort te zetten, terwijl de Spanjaarden daardoor juist onvoldoende geld hadden om de oorlog vol te houden. Kortom, Piet Hein heeft in belangrijke mate bijgedragen aan het ontstaan van onze natie en onafhankelijkheid. In 1629 sneuvelde hij in een gevecht met Duinkerker kapers en hij werd in datzelfde jaar in de Oude Kerk van Delft begraven*.
De Staten-Generaal vonden dat Heins verdiensten een mooi praalgraf rechtvaardigden en droegen de Admiraliteit van de Maze (Rotterdam) op om dat te realiseren. De admiraliteit echter, wellicht omdat ze vond dat het geld dat zo’n monument zou kosten beter aan andere zaken uitgegeven kon worden, reageerde niet. Het plan verdween in de ijskast (als ze die toen gehad hadden). Heins weduwe, Anneke Claesdochter de Reus, beviel dat niet in het minst. Zij ‘dreigde’ het monument dan maar zelf te betalen. Dat vond de Delftse Kamer van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie, waar Hein van 1607 tot 1612 in dienst was geweest, wel erg gênant. De Kamer heeft toen in 1637 besloten het geld voor het monument alsnog ter beschikking te stellen. De opdracht werd gegeven aan Arent van ‘s-Gravesande en het kunstwerk werd in 1638 opgeleverd.
Het praalgraf heeft de vorm van een tempel uit de klassieke Oudheid (aedicula), met een grote driehoek (timpaan) leunend op zuilen. Het is een mooi voorbeeld van het Hollands classicisme, een bouwstijl die teruggreep op elementen uit de klassieke Griekse en Romeinse architectuur. Daaronder ligt een beeldhouwwerk van de overledene (gisant). Hein ligt daar in volle wapenuitrusting op een matras en het geheel is uit één stuk Italiaans Carrara marmer (volgens kenners het mooiste dat er is) gehouwen door de steenhouwer Pieter Adriaenszoon ’t Hooft. De achterwand werd versierd met een grafschrift in gouden letters, van de dichter Caspar Barlaeus. Interessant detail is dat het familiewapen van Piet Hein op het monument staat. Maar Piet Hein was niet van adel en had dus van oorsprong geen familiewapen. Dat er toch een wapen op het grafmonument staat komt omdat Hein in 1622 schepen werd van Rotterdam (vergelijkbaar met een wethouder nu). In die hoedanigheid moest hij allerlei officiële documenten ondertekenen en van een lakzegel met een wapen voorzien. Hij heeft toen zelf een wapen ontworpen: een vogeltje op een hek. Een verwijzing naar zijn naam: een pietje op een omheining.
Het grafmonument van Piet Hein is door de jaren heen ernstig beschadigd. Door direct contact met de buitenmuur is er zout in het natuursteen getrokken en is het verkleurd. Bovendien heeft de onstabiele grond waarop het rust tot scheuren geleid. Het hele monument wordt nu in onderdelen uit elkaar gehaald en in een speciale vloeistof ondergedompeld waardoor het zout eraan wordt onttrokken. De scheuren worden gerepareerd. Daarna wordt het monument weer in elkaar gezet en teruggeplaatst. Natuurlijk nu wel met een bescherming tegen slechte invloeden van buitenaf. De restauratie zal zo’n anderhalf jaar in beslag nemen. Het monument is naar verwachting halverwege 2025, en dan weer in volle glorie, te bewonderen.
De Oude Kerk van Delft is daardoor tijdelijk wel een van zijn belangrijkste bezienswaardigheden kwijt. Om dat te compenseren organiseert de Oude Kerk bij de werkzaamheden een kleine tentoonstelling over het leven van Piet Hein en de restauratie van het praalgraf. Te zien zijn
onder meer het harnas van Piet Hein (bruikleen van het Rijksmuseum) en een model van een 17e-eeuws schip.
Naast de tentoonstelling over Piet Hein is er in de kerk ook een andere expositie te zien, namelijk de ‘Dicht-Bij-Je-Bed-show’ over moderne slavernij. In die tentoonstelling wordt aandacht besteed aan de vaak erbarmelijke omstandigheden waaronder mensen, inclusief veel kinderen, in de derde wereld gedwongen worden te werken. Beide tentoonstellingen zijn van 18 maart t/m 14 september 2024 te bezoeken.
De Oude Kerk van Delft, waar zich ook de graven bevinden van o.a. Maarten Tromp, Antoni van Leeuwenhoek en Johannes Vermeer, is van 10.00 uur tot 17.00 uur geopend (kijk wel of er niet toevallig een bijzondere plechtigheid is waardoor de kerk gesloten is). Toegangskaarten zijn € 8,50 per stuk, maar dan heb je ook toegang tot de Nieuwe Kerk op de Markt waar het praalgraf van Willem van Oranje zich bevindt. Voor kinderen gelden lagere prijzen. Adres: Heilige Geestkerkhof 25, Delft. Met openbaar vervoer: Lijn 1, opstappen halte Javastraat of Mauritskade, uitstappen halte Prinsenhof.
Met dank aan Frederique Brinkerink, manager Kerk en Kunst van de Oude Kerk van Delft.
* Voor meer informatie over Piet Hein: zie het boekje ‘Naamgevers van het Haagse Zeeheldenkwartier’, te koop bij Roda in de Piet Heinstraat.