Een fiets
Zoals ik de vorige keer schreef, was ik leraar en daarom ben ik nu vrijwilliger in het taalcafé in het Fletcherhotel en geef les aan diegenen die dat daar willen. Sommigen hotelbewoners zijn heel leergierig en zoeken op internet naar ondersteuning en komen daarna bij mij met vragen. Zo was er een jongeman uit een land in Afrika die mij vroeg naar het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden. Ja, ja (ps. weet u het verschil nog?). Na uitleg wilde hij graag alles weten over de OTT, OVT, VTT, VVT en uiteraard ook over de OTTT, OVTT, VTTT en de VVTT. Ik ga u niet vermoeien met de uitleg hierover, ik heb hem verteld dat die laatste vier veel te moeilijk waren en dat ik er te diep over na moest denken om met voorbeelden aan te komen.
Na de les hebben we dan een gesprekje over van alles en nog wat en dan begint deze jongeman heel enthousiast te vertellen over zijn werk als vrijwilliger bij de voedselbank, maar dat hij niet altijd kon gaan omdat zijn zusje van 13 ook in het hotel is en dat zij aandacht nodig heeft. Daarnaast was de afstand een probleem, de tram was nogal duur en hij had geen fiets. Nu had ik nog een oude fiets staan en heb die aan hem gegeven.
Hij straalde helemaal en hij begon een serie foto’s te maken voor zijn moeder. Ik kon het niet nalaten om een foto van hem en zijn fiets te maken, waarna hij vrolijk slingerend de straat uitreed.
Heeft U nog een goede wat oudere fiets over? U kunt/mag doneren!