Jan Hendrik van Kinsbergen (1735 – 1819): Held, theoreticus en filantroop
Jan Hendrik van Kinsbergen werd op 1 mei 1735 in Doesburg geboren. Zijn vader was een Duitse huursoldaat in Staatse dienst. Van Kinsbergen trad op negenjarige (!!) leeftijd als infanterist in dienst van het Staatse leger waarmee hij samen met zijn vader deelnam aan verschillende veldslagen in de Oostenrijkse Successieoorlog. Na die oorlog keerden ze terug naar Elburg. Daar volgde hij onderwijs en besloot hij naar de marine te gaan. Hij volgde een opleiding tot ingenieur aan het Groningse Instituut voor de Zeevaart, trad in 1756 als adelborst in dienst van de Amsterdamse admiraliteit en klom op tot luitenant-commandeur.
Van Kinsbergen, Held van de Zwarte Zee
De republiek voerde in die tijd een strikte neutraliteitspolitiek en deed haar best om niet bij Europese conflicten te worden betrokken. Er viel dus niet veel te beleven voor een ambitieuze marineofficier. Omdat Van Kinsbergen door een aantal gezaghebbende publicaties over de zeevaart bekendheid had gekregen, werd hij in 1771 uitgenodigd en trad hij in dienst van het Russische leger. Daar viel heel wat meer te beleven want de eerste Russisch – Turkse oorlog (1768 – 1774) was in volle gang. In die oorlog heeft Van Kinsbergen door intelligent en stoutmoedig optreden onder meer de veel grotere Turkse vloot twee maal verslagen wat hem de eretitel ‘Held van de Zwarte Zee’ opleverde.
In 1775 keerde hij terug naar de Republiek waar hij werd belast met de onderhandelingen met Marokko over een verdrag ter beperking van de piraterij. Hierbij bleek dat hij ook een uitstekend diplomaat was want in 1777 werd het verdrag getekend.
Van Kinsbergen beijverde zich ook voor betere discipline op de marineschepen. Officieren onder zijn bevel dienden het goede voorbeeld te geven en mochten niet gokken, vloeken, dronken worden en naar de hoeren gaan. Ook heeft hij op zijn schepen een, door hemzelf ontworpen uniform geïntroduceerd.
In 1781 nam hij onder bevel van Johan Arnold Zoutman deel aan de slag bij de Doggersbank. Net als Zoutman kreeg Van Kinsbergen de titel ‘Held van de Doggersbank’. Bovendien werd hij door stadhouder Willem V bevorderd en benoemd tot vaste adviseur in marinezaken.
Huwelijk
In 1786 trouwde Van Kinsbergen met een vermogende Amsterdamse burgemeestersdochter. Dat maakte hem tot een rijk man, want in die tijd waren getrouwde vrouwen voor de wet handelingsonbekwaam. Ze moesten voor het uitgeven van geld, ook hun eigen, toestemming aan hun echtgenoot vragen. Van Kinsbergen heeft geen gekke dingen gedaan met het vermogen van zijn vrouw, maar het maakte hem wel financieel onafhankelijk.
De jaren ’80 en ’90 van de 18e eeuw kenmerkten zich door de strijd tussen prinsgezinden (orangisten) en republikeinen (patriotten). Van Kinsbergen, een trouwe orangist, werd na de vlucht van Willem V naar Engeland in 1795 door het nieuwe regime van de Bataafse Republiek gevangen gezet. Na enkele dagen werd hij weer vrijgelaten, maar tezamen met alle prinsgezinde marineofficieren ontslagen.
Toen ook zijn vrouw dat jaar overleed, trok Van Kinsbergen zich terug in Elburg om zich aan filantropisch werk te wijden. Hij richtte scholen, een weeshuis en een werkhuis voor bedelaars op en schonk hij de gemeente Apeldoorn een brandspuit.
Eerherstel
Voor Van Kinsbergen kwam eerherstel tijdens het Koninkrijk Holland. Koning Lodewijk Napoleon Bonaparte benoemde hem onder meer tot lid van de Raad van State. Hij werd overladen met eretitels en zelfs in de adelstand verheven.
Van Kinsbergen overleed in 1819 op 84 jarige leeftijd te Apeldoorn. In 1821 werd er een (leeg) praalgraf voor hem opgericht in de Nieuwe Kerk van Amsterdam, vlakbij dat van zijn grote voorbeeld Michiel de Ruyter.
Lees verder op WikiPedia